Hoe zo zijn de jongeren een gevaar voor de samenleving?!

Het is maar hoe je naar de cijfers wilt kijken. In de afgelopen weken zien we inderdaad een toename van het aantal positieve PCR-tests onder jongeren. Dat zegt echter nog niets over de gevaren voor de risicogroepen. Ik zie namelijk een aantal punten waar heel gemakkelijk overheen gestapt wordt, maar die men wel zou moeten kennen om waarde aan de nu gepubliceerde cijfers te kunnen geven.

Was deze doelgroep in het begin van de uitbraak wel in beeld?

Aan het begin van de uitbraak was er onvoldoende testcapaciteit en werd slechts een klein deel van de mensen getest op COVID-19. Het ging dan om de ernstig zieken en zeker niet om mensen met milde klachten (of geen klachten). Sinds een aantal weken is er voldoende testcapaciteit om iedereen met klachten te kunnen testen. Dus ook deze jongeren.

Deze jongeren waren ten tijde van de uitbraak begin maart, niet in beeld en we weten dus ook niet welk percentage van de jongeren destijds mogelijk asymptomatisch of in lichte mate COVID-19 hebben gehad. Dat zou best een heel hoog percentage geweest kunnen zijn. Dat weten we niet. Daardoor weten we ook niet in welke mate deze groep heeft bijgedragen aan de verspreiding richting de andere leeftijdscohorten.

Inderdaad is er dan een stijging te zien van het aantal positieve uitslagen, maar er is geen vergelijkingsmateriaal om iets te kunnen zeggen over het gevaar voor verdere verspreiding naar andere leeftijdscohorten.

Wat is de invloed van het Bron en Contact onderzoek op de cijfers?

Er wordt nu ook veel meer Bron en Contact onderzoek gedaan dan in maart en dus ook onder de jongeren (die toen al bijna niet in beeld waren) en hun contacten. Wanneer we naar de tabel kijken die Jaap van Dissel op 11 augustus aan de Tweede Kamer heeft gepresenteerd, wordt het aantal toegenomen positieve uitslagen voor ongeveer een kwart toegeschreven aan de positieve uitslagen die naar voren zijn gekomen tijdens het Bron en Contact Onderzoek. (daarbij opgemerkt dat de tabellen een beetje verneukeratief zijn, aangezien zien ze verschillende schaalverdelingen hanteren en daardoor dus niet goed vergelijkbaar zijn).

En aangezien de groep jongeren de voornaamste groep is die wordt onderzocht, is het niet zo gek dat daardoor de cijfers van de jongeren nog verder stijgen. Nog even ter aanvulling, het gaat daarbij net om zieken, maar positieve tests.

De toename van de tests in combinatie met meer Bron en Contact Onderzoek haalt veel meer jongeren naar boven dan er in de periode maart-april in beeld waren, waardoor de gegevens niet goed te interpreteren zijn op de gevaarzetting.

Hoe besmettelijk is deze groep?

Wat wel bekend is, is dat de hoeveelheid virusdeeltjes die iemand binnenkrijgt medebepalend is voor de ernst van het verloop van de ziekte. Gezien het feit dat bij de groep jongeren (tot 40 jaar) het verloop over het algemeen asymptomatisch tot heel mild is, is de virale load bij in de periode dat deze groep besmettelijk is, heel laag.

Deze groep kan dus niet als heel besmettelijk worden aangemerkt.

In de aantallen ziekenhuisopname en/of IC-opname is ook geen vergelijkbare trend te zien met de stijging van het aantal positieve tests onder jongeren (tot 40 jaar), wat bovenstaande nog eens onderschrijft.

Hoe groot is de kans op besmetting binnen deze groep?

Jongeren wordt verboden om feest te vieren, studenten wordt hun studentenfeesten verboden, terwijl daar geen andere onderbouwing voor is dan dat de 1,5 meter niet wordt gehandhaafd. Dat deze niet heeft bijgedragen aan het flatten van the Curve (lees hier) en ook gestoeld is op bijna 90 jaar oud onderzoek (lees hier), wordt volledig genegeerd.

Daar komt nog bij dat de vandaag gepresenteerde cijfers laten zien dat bijna 73% van de besmettingen plaatsvinden in de thuissituatie en de overige groep, waar de feesten van de jongeren onder vallen slechts 12,4%. Het werkelijke aantal is dus nog kleiner, maar is niet bekend hoe groot deze precies is.

De kans op besmetting binnen deze groep is dus erg beperkt. In de eerste plaats moet er al een besmettelijk persoon aanwezig zijn en dan moet men ook nog gedurende minimaal 15 minuten binnen 1,5 meter van deze persoon zijn geweest.

Wanneer men de aerogene besmetting, waarvan het RIVM/OMT stelt dat deze niet of nauwelijks van invloed is, maar volgens diverse onderzoeken dat wel is, in ogenschouw neemt, neemt het risico op besmetting wel toe wanneer men elkaar ontmoet in afgesloten en onvoldoende geventileerde ruimten.

Mijn Conclusie

In mijn optiek is het veel te voorbarig om te stellen dat het gedrag van jongeren, door wel samen te komen en daarbij de richtlijnen te overtreden, een gevaar vormt voor de samenleving. Wanneer er vergelijkbare cijfers uit de periode maart en april zouden zijn, dan wellicht zou hier een uitspraak over gedaan kunnen worden. Nu kan en mag dit niet!