Gisteren een brief aan alle Eerste Kamer gemaild!

Verzoek van een bezorgde burger iz wetsvoorstel 35.526

Geachte Eerste Kamerlid,

Aankomende week gaat u de, in de volksmond bekende, spoedwet (wetsvoorstel 35.526, de tijdelijke wet maatregelen covid-19) behandelen. Bij deze doe ik een dringend beroep op u om niet normaal te maken wat niet normaal is en dit wetsvoorstel af te wijzen. Dit om de om de volgende redenen:

  • Deze wet zet Tweede en Eerste kamer buitenspel en geeft de macht aan slechts een paar enkelingen. Dit is een ondermijning van de democratie;
  • Er is geen noodzaak voor deze wet;
  • De wet is disproportioneel;
  • De omschrijving van wanneer er sprake is van een COVID-19 epidemie ontbreekt, terwijl dit de basis voor deze wet is;
  • Artikel 58c biedt ruimte om uit het eerste wetsvoorstel geschrapte maatregelen en/of andere ongewenste maatregelen via de achterdeur weer binnen te halen.

Hierna volgt een nadere onderbouwing.

 

Ondermijning van de democratie

Deze wet is de bijl aan de wortels van onze democratie en ontneemt onder andere u, de Eerste Kamer, om maatregelen (die normaliter democratisch door de Tweede en Eerste Kamer zouden moeten worden bestendigd), die onder de noemer van deze wet door slechts drie ministers kunnen worden opgelegd (art. 58a), tegen te houden dan wel terug te draaien.

Alleen al het feit dat de Tweede en Eerste Kamer door deze wet buiten spel worden gezet zou voldoende moeten zijn om deze wet weg te stemmen. In een democratie als Nederland mag de macht nooit bij slechts enkele personen komen te liggen. Hoe goed de bedoelingen van deze mensen ook zijn. Tunnelvisie, verkeerde adviezen of in het ergste geval dreigend gezichtsverlies of zelfs belangenverstrengeling kunnen tot gevaarlijke situaties leiden waar de Kamers op in moeten kunnen grijpen.

 

Geen Noodzaak

Ik heb gezien dat vanuit de verschillende Eerste Kamerfracties reeds vele vragen zijn gesteld omtrent de voorliggende wet. Maar voordat u inhoudelijk ingaat op de wet, dient u zich eerst af te vragen of er überhaupt enige noodzaak is voor deze wet.

Is er sprake van een noodsituatie?!

In februari werd in Nederland de eerste Corona-patiënt vastgesteld. We kregen te maken met een nieuw fenomeen. De WHO riep, op basis van de toen bekende IFR van 3,4%, Sars-Cov-2 uit tot gevaarlijke infectieziekten en plaatste deze op de lijst Groep A, waar ziekten als Ebola op staan. Daarnaast riep de WHO de ziekte uit tot pandemie.

Ondertussen heeft de WHO vastgesteld dat de IFR (kans om bij infectie te overlijden) 0,23% bedraagt en dat dit voor mensen onder de 70 jaar slechts 0,05% is. Daarmee is Sars-Cov-2 niet gevaarlijker dan een flinke Influenza-epidemie.

Gezien het feit dat het virus bij lange na niet zo dodelijk is als werd verwacht, maar in de range van Influenza ligt, is daarmee de noodzaak komen te vervallen.

Waarom staat COVID-19 nog steeds op de lijst groep A van gevaarlijke infectie ziekten?

Die vraag heb ik in mijn eerdere brieven aan zowel Minister-President Rutte, als ook alle leden van de Tweede Kamer reeds gesteld. Helaas heb ik daar echter geen antwoord gekregen.

Is nieuwe wetgeving nodig?

Mocht er na ondertussen 7 maanden nog steeds sprake zijn van een Noodtoestand, is de vraag of voor de aanpak hiervan er nieuwe wetgeving nodig is. Tot op heden is voornamelijk gebruik gemaakt van de noodverordeningen via de Veiligheidsregio’s. Ook al zijn deze noodverordeningen wellicht niet bedoeld voor het huidige gebruik, het heeft niet tot onoverkomelijke problemen gezorgd. Vanuit dat oogpunt lijkt een nieuwe wet dan ook niet nodig.

Daarnaast dient de vraag gesteld te worden of eventuele problemen die zich mogelijk hebben voorgedaan niet met een aanpassing van bestaande wetgeving en/of regelingen kunnen worden opgelost.

 

Niet Proportioneel

Mocht u toch overtuigd zijn van de noodzaak van de wet, dan is de tweede vraag die beantwoord dient te worden of deze wet wel proportioneel is.

COVID-19 heeft helaas slachtoffers gemaakt. Het gaat hierbij echter voornamelijk om ouderen (gemiddelde leeftijd van overleden personen in Nederland is 80-plus) en bij meer dan 90% van deze mensen is sprake van onderliggend lijden (ofwel de aanwezigheid van andere ziekten). Voor 98% van de mensen die besmet zijn geraakt verloopt de ziekte mild of zelfs zonder symptomen (BRON: Jaap van Dissel).

Hoe erg ook, het betreft hier twee duidelijke risicogroepen, terwijl de spoedwet er op is gericht om alle Nederlanders maatregelen op te leggen, terwijl voor 98% van de mensen die besmet worden de ziekte hoogstens een zware griep geeft.

De meerderheid van de Nederlanders wordt harder getroffen door de maatregelen dan dat deze hen bescherming bieden. De wet is dan ook Disproportioneel.

 

Wanneer is er sprake van een COVID-19-Epidemie?

In deze brief wil ik niet inhoudelijk ingaan op de spoedwet. Ik heb gezien dat anderen u hierover al hebben aangeschreven. Toch wil ik één punt nog wel benoemen wat nu juist niet in de wettekst staat. Namelijk wanneer er sprake is van een COVID-19-epidemie.

De spoedwet zet in op het inperken van de COVID-19-epidemie. Echter staat er nergens omschreven wanneer er sprake is van een COVID-19-epidemie. Dit terwijl de wet al in werking kan treden bij een dreiging van een epidemie.

Bij de jaarlijkse griep spreekt het RIVM van een griepepidemie wanneer meer dan 58 mensen per 100.000 inwoners zich in een week bij de huisarts melden met griepachtige klachten. Een dergelijke omschrijving zou er toch ook moeten zijn voor COVID-19, dan wel dat COVID-19 onder dezelfde omschrijving wordt meegenomen, gezien de overeenkomst in klachten.

Mocht u van mening zijn dat de wet wel een toegevoegde waarde heeft, verzoek ik u er in ieder geval voor te zorgen dat duidelijk wordt wanneer er sprake is van een COVID-19 Epidemie.

Timmer de achterdeur dicht!

Ten opzichte van de eerste versie van de wet zijn een aantal zaken verdwenen. Dat lijkt een verbetering. Echter biedt artikel 58c de mogelijkheid om deze ongewenste maatregelen via de achter deur strakst toch weer binnen te halen. En dan heeft u er niets meer over te zeggen. Ongewenste zaken als Handhaven achter de voordeur; Mondkapjesplicht en/of Quarantaineplicht, kunnen zonder enige wetenschappelijke onderbouwing worden ingevoerd, alleen omdat een paar mensen denken dat dit goed zou kunnen zijn. Ook als dit tegen de wil van de meerderheid in is. Dat moet niet kunnen.

 

Wijsheid

Nimmer is een toespraak van de koning zo vaak in mijn gedachten teruggekomen als die van afgelopen 4 mei. En met name de uitspraak “Niet normaal maken wat niet normaal is!” komt hierbij telkens terug. De voorliggende spoedwet zal het tijdelijke abnormaal van de afgelopen periode, normaal maken voor de toekomst. Niet voor een half jaar, maar zo lang als het de minister betaamt. Hij kan immers de wet steeds met 3 maanden verlengen, zonder dat de Tweede en uw Eerste Kamer hier nog iets tegen kunnen doen, wanneer u instemt met deze wet die op vele plekken inbreuk maakt op onze zwaarbevochten vrijheden. Hierbij denk ik ook vaak terug aan mijn grootvader die in het verzet zijn bijdrage aan deze vrijheid heeft geleverd door niet alles aan te nemen wat werd opgelegd, maar door zelf keuzes te maken ten aanzien van het goede.

 

Ik wens u wijsheid en gezondheid toe.

Hoogachtend,

Bert Tijhoff

 

P.S. Tot dit jaar was ik in de veronderstelling dat de overheid mijn rechten diende te beschermen en ik zelf in de eerste plaats verantwoordelijk was voor mijn gezondheid. Met de komst van Sars-Cov-2 lijkt dit vanuit het kabinet 180 graden anders te worden gezien en dien ik nu zelf onze rechten te beschermen. Dat is waarom ik u nu aanschrijf. Bescherm onze rechten en wijs het wetsvoorstel 35.526 (Tijdelijke Wet Maatregelen COVID-19) af!

P.P.S. Ik ben geen actievoerder, maar doordat onze vrijheid in het geding is ben ik bij de eerste versie van de Spoedwet in actie gekomen en ben ik gestart met de website www.vlaggenvoordevrijheid.nl. Hier kunt u zien dat ik mij verdiept heb in de materie, als ook betrokkenen heb benaderd.